Laatste retraite-blog

Temperantia en zachtmoedigheid


Eerste Paasdag in de Abdij van Postel. Het is feestelijk druk in de refter als ik koffie kom halen. Verschillende families zitten paasbest gekleed rond tafels met koffie en koek.  Enkele broeders zijn geanimeerd met hen in gesprek. Een klein meisje in communiejurk op de grond rolt een bal naar mij toe, ik duw deze terug met mijn voet. Dan kruipt ze mijn kant op, aangespoord door haar moeder, en ze overhandigt mij twee paaseitjes in een doorzichtig plastic zakje met aan een goudkleurig koortje een plaatje: Jezus leeft. Er zit een geel strookje papier bij met de tekst: “De maatstaf van liefde is liefhebben zonder mate. – San Augustin.”

 

 

Net nu wij onze retraite rond het thema ‘gematigdheid’ (temperantia) aan het afronden zijn, deze tekst. Liefhebben zonder mate? Mateloos? Maar waarom spreek je dan van een maatstaf? En: toont hier zich het verschil tussen de tekst van Aristoteles die wij bestuderen en de tekst van het Nieuwe Testament naar Augustinus?

 

 

Uit de bestudering van Aristoteles en de gesprekken met Peter daaromheen neem ik mee dat gematigdheid staat voor ingetogenheid. Een mooi woord. Hij schrijft vooral over het juiste genieten, dat niet mag doorschieten naar bandeloosheid. Voor mij is dat een belangrijk thema, maar dan andersom: geniet ik wel voldoende? Want voor je het weet schiet ik door naar het andere extreem: te weinig genieten in plaats van te veel. Dat te weinig genieten staat in de woorden van Aristoteles voor een soort ongevoeligheid. En zo kom ik inderdaad wel eens bij mensen over. Wat dat betreft vind ik houvast in een ander woord, ontleend aan het citaat van Mattheus in onze meditatieruimte: zachtmoedigheid. Dat zou ik graag meer verwerven.

 

 

Ongevoeligheid kan bij mij overigens ook opduiken op een ander terrein. Dat leer ik tijdens het lezen van de paragrafen over zelfbeheersing. Daar ben ik goed in, zelfbeheersing. Maar wanneer ik daarin doorschiet, bijvoorbeeld mijn ergernis of teleurstelling onderdruk, dan kan ik overkomen als onkwetsbaar, untouchable. Misschien zelfs ongenaakbaar. Ook dat zou ik graag doorbreken.

 

Uit dit hoofdstuk van de Ethica Nicomachea leer ik dat zelfbeheersing belangrijker is dan doorzettingsvermogen. Nog zoiets waar ik goed in ben, bijvoorbeeld als duursporter: volhouden en doorzetten. Je kunt namelijk veel doorzettingsvermogen tonen op het totaal verkeerde pad. Dus beheers jezelf en blijf op het goede pad. En gematigdheid is weer belangrijker dan zelfbeheersing. Het juist genieten, over de juiste dingen op het juiste moment.

 

 

Om dit te bereiken wil ik dus zachtmoedigheid ontwikkelen, wil ik meer genieten van het voorbereiden en uitvoeren van mijn werkzaamheden, waarvoor ik meer tijd moet nemen. Heel praktisch betekent dat bijvoorbeeld slechts 1 groepsbegeleiding per dag en de reisstress verkleinen.

 

 

Om deze kardinale deugd gematigdheid meer tot zijn recht te laten komen zal ik een andere deugd, nl moed, Fortitudo, wat moeten temperen. Dat wil zeggen: minder ambitieus willen zijn. Mijn bijdrage aan de samenleving zal in deze levens/loopbaanfase in omvang afnemen.

 

 

Dat lijkt aardig in lijn met het boekje van Herman Tjeenk Willink: groter denken, kleiner doen. Door minder ambitieus te zijn, meer te genieten ben ik waarschijnlijk voor anderen van meer betekenis. Zachtmoedig betrachten, naar mezelf en naar anderen. Een vorm van mateloze liefde?


Erik Boers, voorjaar 2025